DNA

In dit thema gaan we het hebben over trancriptie. Je leert hier hoe de code die in het DNA opgeslagen staat bij de ribosomen op het endoplasmatische reticulum (ER) aankomt. Ribosomen zijn de organellen die eiwitten vormen.

 

DNA bevat dus de genetische code voor het aanmaken van eiwitten. DNA kan de celkern niet uit. Daarvoor heeft hij RNA. Het vormen van RNA langs een DNA streng noemen wij transcriptie. Na de vorming van 

 

Leerdoelen:

RNA

Aan het eind van deze sessie kun je het verschil tussen RNA en DNA benoemen.

Aan het eind van deze sessie kun je de drie typen RNA opnoemen.

Aan het eind van deze sessie kun je de functies van de drie typen RNA noemen.

Aan het eind van deze sessie kun je beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt.

RNA processing

Aan het eind van deze sessie kun je beschrijven hoe RNA-processing plaatsvindt.

Aan het eind van deze sessie kun je het belang van RNA-processing benoemen.